Pesten: mijn verhaal

Pesten: En dan voel ik die pijn, dat wil ik nooit meer!

Dit is de slotzin van het gedicht van Fleur Bloemen, zij besloot in 2012 uit wanhoopsdaad tegen pesten uit het leven te stappen, door voor het oog van haar klasgenoten voor de trein te springen. Deze zin is tevens ook de titel van mijn afstudeerscriptie dat gaat over welke interventies je als therapeut toepast  bij volwassen vrouwen die in de kindertijd gepest zijn.  Zowel op de lagere school als in het voortgezet onderwijs ben ik gepest. Het pesten bestond onder andere uit het buitensluiten (negeren), het verspreiden van roddels en het uitschelden.

Pesten jeugd

Dit pesten heeft mijn leven gevormd, ik voelde mij eenzaam, angstig, onzeker, had een negatief zelfbeeld en voelde het leven zwaar op mijn schouders drukken.

“En dan voel ik die pijn, dat wil ik nooit meer” sprak mij zeer aan, ik herkende dat gevoel! Ik bad in de periode van het pesten elke avond tot “God” om later een knap en intelligent meisje te worden. Ik nam de beslissing dat ik die pijn van het pesten nooit meer wilde voelen en bouwde een muur om mij zelf heen.

Als gevolg van het proberen mijn gevoelens onder controle te houden ontwikkelde ik een eetstoornis, boulimia. Dit gaf mij het gevoel van macht. Hier was ik de baas over.
Door een aantal positieve veranderingen in mijn leven ebde de aandacht naar boulimia weg. Ik had mijn studie HBO MER gehaald en een leuke baan. In de financiële wereld kon ik helemaal mijn draai vinden aangezien het daar alles behalve over gevoel ging.
Na een aantal jaren kreeg ik een zwaar auto ongeluk waardoor ik noodgedwongen thuis kwam te zitten met een whiplash. Ik had een doel: hard werken aan mijn revalidatie en zo snel mogelijk weer aan de slag. En dat haalde ik. Daar was in tenslotte goed in geworden.
Al snel bleek mijn oude functie als consultant fysiek te zwaar, met name de reistijden braken mij op. Ik ben op zoek gegaan naar een functie in een voor mij “rustigere” omgeving.

Na een aantal jaren wilde ik graag samen met mijn partner kinderen. Alle vrienden om ons heen kregen kinderen, alleen bij ons lukte het niet. Weer voelde ik mij mislukt, eenzaam en ik kon er niet goed mee omgaan. Na de tweede miskraam brak ik. Ik wist gewoon niet meer hoe ik er uit moest komen en heb hulp gezocht.

Tijdens de coachingssessies kwam het onderwerp jeugd naar voren. “Hoezo ik last van mijn jeugd? Dat kan niet, dat past niet in mijn wereldmodel. Ik als volwassene last van de pesterijen van vroeger?” Ik was zo van mijzelf verwijderd geraakt dat ik het niet meer kon voelen. Mijn afweermechanismes zoals het rationaliseren, bagatelliseren en terugtrekken kwamen aan het licht en met behulp van diverse oefeningen kon ik mijn maskers naast mij neerleggen en kwam ik terug bij mijn gevoel. Bij mijzelf.

Deze sessies hebben mij veel geleerd en hierdoor kreeg ik ook interesse voor het coachingsvak. Naast mijn baan begon ik mij te verdiepen in therapieën en met het volgen van een opleiding. Nu bijna vier jaar later heb ik de beslissing genomen. Ik heb mijn baan opgezegd en wil wat ik geleerd heb en wat mij gevormd heeft delen met anderen die op zoek zijn naar zichzelf.